Er was eens een Engeltje, ze heette Exelsies.
Ze was een heel aardig en vriendelijk engeltje,
ze hielp iedereen en ze was gek op dieren,
maar ze was heel verlegen en eigenwijs.
Ze woonde met allemaal engeltjes in Engeltjesland.
Het was heel fijn in engeltjesland.
De engeltjes zorgden een beetje dat het beneden op aarde allemaal goed ging,
ze hadden het vooral druk met kerst.
Dan keken ze of het op aarde allemaal mooi versiert was.
Dus op een dag toen het een paar dagen voor kerst was...............

Op een dag riep de hoofdengel Berber alle engeltjes van Engeltjesland bij elkaar.
Hallo beste engeltjes zei ze.
Ik heb gehoord dat er storm op komst is dus blijf hier in Engeltjesland,
want als je naar de aarde vliegt en de storm komt dan...ik moet er niet aan denken zei Berber.
Dus mijn lieve engeltjes blijf hier zei ze ongerust.
Oké knikten alle engeltjes behalve het eigen wijze engeltje Exelsies.
 


© afbeelding Arwin Kossen

Alle engeltjes gingen lekker spelen in de speelkamer maar Exelsies ging toch naar de aarde.
Ze was al halverwege toen er donkere wolken aan de hemel kwamen.
O, jee dacht Exelsies maar ze vloog door.
Toen ze op aarde aankwam was iedereen druk bezig met de kerst boodschappen doen.
Ze liepen haastig van winkel naar winkel.
Toen zag ze een jongen en een meisje die een hondje bij hadden en naar een rivier liepen.
Exelsies vloog naar de kinderen toe en vroeg wat ze gingen doen.
Wat gaan jullie doen?
Hé....een engeltje....dat kan niet...zeiden de kinderen.
Dat kan wel zei Exelsies.
Ik ben een echt engeltje en ik heet Exelsies.
Wat een mooie naam zeg.
Dank je zei Exelsies en ze bloosde.
Hoe heten jullie? Vroeg Exelsies.
Ik ben Maartje zei het meisje.
En ik ben Pim zei het jongetje en dit is ons hondje Sam.
Hallo Sam zei Exelsies.
Waf Waf kefte Sam blij.
O ja, Exelsies vroeg wat wij gingen doen zei Maartje.
Wij mogen daar aan de overkant van die rivier een kerstboom gaan kopen van mama voor kerstmis.
Daar staat een boot en dan gaan we met de boot naar de overkant zei Maartje.
Mag ik met jullie mee? vroeg Exelsies.
Ja riepen de kinderen in koor.
Kom we gaan zei Pim.
Ze liepen naar de rivier en stapte in de boot.
Na een paar minuten kwamen ze aan de overkant aan.
Sam springt als eerste uit de boot, en daarna de rest.
Ze liepen naar het huisje en klopten aan.
Klop...klop.. en er deed een grappig oud mannetje open.
Dag kinderen zei het mannetje.
Wij komen om een kerstboom zei Pim.
Loop maar mee zei het mannetje.
Dat is een mooie fluisterde Exelsies die in de jaszak van Maartje zat.
Ja zei Maartje die willen we zei ze tegen het mannetje.
Oké zei hij en hij gaf de kerstboom aan Maartje en Pim.
Die droegen de boom naar de boot.
Doe wel voorzichtig op de rivier,
want er komt storm en dan kan de rivier wilt zijn, waarschuwde het mannetje.
Doeg zeiden Maartje en Pim.
Doei zei het mannetje.
Toen we allemaal in de boot zaten begon het te regenen en te hagelen.
O jee, dacht Exelsies.
Berber had gelijk het begint te stormen en we zitten nog in een boot ook.
Vlug Roeien riep Exelsies.
Het begint te stormen en het mannetje van de kerstbomen zei dat de rivier dan wild kan zijn.
Roeien Pim zei Maartje.
Toen ze bijna aan de overkant waren begon de rivier wilt te golven.
Ze roeiden snel door en ze sprongen uit de boot.
Maar Sam de hond zat nog in de boot,
en de boot sloeg om door een wilde golf en Sam viel in het water en dreef weg.
AAAAH Help doe iets gilde Maartje en ze huilde.
Het is mijn schuld dacht Exelsies.
Ik had ze niet gewaarschuwd en ik had niet naar Berber geluisterd, dus ik moet er iets aan doen.
En Exelsies vloog naar Sam toe en pakten hem bij z’n halsband en wilden naar de kant vliegen.
Maar toen ze naar de kant vloog kwam er een rukwind en boog haar vleugeltje krom.
Het deed heel pijn maar ze vloog door naar de kant.
Ik moet Sam redden want het is mijn schuld.”
Die woorden galmden steeds door haar hoofdje.
En eindelijk kwam ze aan de kant aan en viel bewusteloos op de grond neer.
SAM riepen Maartje en Pim blij uit.
Maar toen zag Pim Exelsies liggen.
Oooo....Maartje kijk eens daar ligt Exelsies.
Ze heeft haar leven op het spel gezet voor onze lieve Sam zei Maartje.
Ik ben heel blij dat Sam gered is maar ik vind het heel zielig voor Exelsies.
Ja dat is zo zei Pim.
Kom zei Maartje we gaan naar huis en ze wikkelde Sam in een jas,
omdat Sam drijfnat was en Pim stopte Exelsies in zijn broekzak.
Ja misschien weet mama wat we eraan kunnen doen om Exelsies te helpen.

Toen ze thuis aankwamen was de moeder van Maartje Pim heel blij.
Ik was zo ongerust zei moeder.
Jullie waren daar zo op de rivier.
Maar waar is Sam? vroeg moeder.
Die is hier zei Maartje en ze haalden Sam tevoorschijn.
En Pim haalde Exelsies tevoorschijn en ze vertelden het verhaal.
Wat een avontuur zei moeder.
Maar nu moeten we Ex...Exels....Exelsies helpen en ze legde Exelsies in het bed van Maartje.
En ze stopte Sam in zijn mandje onder in lekker warme dekens.
Ze wachten alle drie met spanning af wanneer Exelsies bij bewustzijn zou zijn.
Na een paar minuten kwam Exelsies weer bij.
Waar ben ik? vroeg Exelsies.
Bij ons in huis zei Maartje.
Hoe is het met Sam?
Goed zei Pim en Sam had zijn naam gehoord en hij sprong bij Exelsies op bed.
Ze barste allemaal in lachen uit.
Ze gingen gezellig eten en lekker spelen.

Maar boven in Engeltjesland........
Waar is Exelsies vroeg Berber de hoofdengel.
Ik zou het niet weten zei Wieteke, Exelsies beste vriendin.
Ik heb ze na de mededeling dat je niet naar de aarde mocht gaan niet meer gezien.
Ze zou toch niet...kom we moeten vlug zijn zei Berber.
Exelsies is altijd zo eigenwijs dus zal ze wel op aarde zijn.
Wieteke roep jij alle engeltjes bij elkaar en zeg dat ze naar mij moeten komen en snel.

Berber keek in haar glazenbol, daarmee kon ze zien waar haar engeltjes uithangen.
En ze zag dat Exelsies aan het spelen was bij twee kinderen en een hondje.
Intussen waren alle engeltjes bij Berber aangekomen en ze gingen.
Toen ze in het huis van Maartje en Pim aankwamen schrokken Maartje,
Pim, Exelsies, Sam en de moeder van Maartje en Pim allemaal.
O jee, dacht Exelsies nu krijg ik straf.
Ze wou net gaan vertellen dat het haar speet toen ineens...
Niet boos op Exelsies zijn zei Pim,
en hij vertelden het hele verhaal aan de engeltjes en die luisterden gespannen.
Dus zo zit het en de hoofdengel Berber knikte.
Maar luister eens goed lieve Exelsies. zei Berber
Je ben toch naar de aarde gegaan terwijl ik je nog zo gewaarschuwd had.
Sorry, zei Exelsies en ze liet haar hoofdje hangen.
Maar zei Berber, ik vind het heel erg knap wat je gedaan hebt.
Je hebt Sam zijn leven gered.
Dus ik ben niet meer boos op je Exelsies,
maar doe dit nooit meer: weg gaan terwijl dat niet mocht.
Toen zag Berber de vleugeltjes van Exelsies.
O, Exelsies wat is er met je vleugeltjes gebeurt?
Dat komt door een rukwind zei Exelsies, het doet pijn.
Ik zal het weer goed maken met mijn engelenpoeder. zei Berber
en ze haalde een zakje tevoorschijn,
en strooide het over de vleugels van Exelsies, en het was weer goed.
Lieve engeltjes zei de moeder van Maartje en Pim,
willen jullie lekker bij ons blijven eten?
Ja! Riepen alle engeltjes uit.
En ze maakten er een feestje van.
En ’s avonds gingen alle engeltjes weer naar Engeltjesland en gingen slapen.
Maar Wieteke kwam nog naar Exelsies en omhelsde haar.
Ik ben zo blij dat je weer heelhuids terug bent maar ben je nooit meer zo eigenwijs?
Beloof je me dat zei Wieteke.
Ik beloof het zei Exelsies.
Daar zijn we toch hartsvriendinnen voor.
Ik blijf je altijd trouw zei Exelsies en ze gaf Wieteke een kus en ze gingen slapen.

Exelsies ging nog vaak bij Maartje, Pim, Sam en de moeder spelen,
en dan nam ze Wieteke met haar mee.
Ze bleven met z’n zessen nog lang de beste vrienden en Exelsies was niet meer zo eigenwijs.

O, ja de kerstboom die ze bij het mannetje hadden gekocht was samen met de boot weggedreven,
en die vonden ze de dag na de gebeurtenis terug,
en ze gingen hem mooi versieren.


Einde.

Dit verhaaltje is geschreven
door Sietske

 

Wil je ook mee doen met de schrijfwedstrijd ?
Klik dan hier !

Klik hier om naar de spelletjes te gaan