,,Wordt wakker, vlug!" zeiden 2 stemmen.
Ik vroeg wat er aan de hand was,
maar er kwam geen antwoord.
Ik liep naar beneden en zag mijn moeder alles wat ze kon,
wegdragen naar onze eco-car.
En plotseling zag ik het, de lucht gloeide en de aarde beefde.
Ineens herinnerde ik het me weer.
Het was onze zon (die van het zonnestelsel Centauros).
Ze was bezig aan het ontploffen.
Vlug liepen we naar de eco-car en reden we naar de space-shuttle 3000D,
waar mee we naar ons buurstelsel
(een zonnestelsel dat naast een ander gelegen is) Satournau vlogen,
waar al ¼ van de bevolking van ons zonnestelsel zich gevestigd had.
Maar het was al te laat, een groot rotsblok kwam op het ruimteschip af,
maar door een snelle ontwijking van vader werd alleen de motor geraakt,
en werden wij gespaard van de dood.
Doch zaten we hier hulpeloos vast.
De enige manier om nu nog te overleven waren de grotten,
die we heelhuids bereikten.
Na 23 uur konden we eindelijk de grotten verlaten en
gaan kijken wat er overbleef van het ruimteschip.
De schade viel erg goed mee want buiten de motor en het landingsgestel,
was er niets van schade.
Na een paar uur hadden we alles gerepareerd,
en konden we verder met onze reis naar Satournau.
Toen we ons bijna uit de meteorietenregen verwijderd hadden,
werden we voor een tweede keer geraakt door een meteoriet
en viel de motor weer uit.
Nu was het voorgoed voorbij want in Centauros is er geen gewichtloosheid.
Dus was ik tot conclusie gekomen dat we aan het neerstorten waren.
Na een paar uur vallen, waren we nog altijd niet te pletter gestort.
Maar hetgeen dat ik het meeste vreesde, daar gingen we recht op af: een zwart gat.


,,Jonas!" riep iemand maar ik kon de stem niet identificeren.
We waren nog maar een fractie van een seconde verwijderd van het zwarte gat
waar we tot atomen verscheurd zouden worden.
En dan, juist toen ik m'n laatste adem zou uitblazen,
hoorde ik die stem, maar toch kon ik noch altijd niet bedenken wie die stem zou zijn.
Het was zover, ik voelde me helemaal uiteengetrokken worden,
tot ineens de woorden GAME OVER voor mijn ogen verschenen.
Alles kwam terug, ik zat nog maar in het jaar 5369, en nog niet in het jaar 9000.
En het was enkel een spel. ,,Jonas, het is tijd om naar de tandarts te gaan!" riep moeder.
Vlug liep ik naar de gang om me klaar te maken.
En zo eindigde dit spannende avontuur.

 

Dit verhaaltje is geschreven
door Senne

 

Wil je ook mee doen met de schrijfwedstrijd ?
Klik dan hier !

Klik hier om naar de spelletjes te gaan