Kijk eens Niels” zei zijn moeder,
“In dit boek heb ik de foto‘s van onze familie geplakt.
Hier zie je een foto van ome Daan toen hij 8 was .
Hij had net een nieuwe speelgoedtrein, vind je niet dat hij vroeger op jou leek ?”
En hier zie je papa en mij toen we op vakantie in Oostenrijk waren.
We hadden nog maar net verkering toen.
Niels moest lachen.
“Wat zagen jullie er vroeger vreemd uit zei hij.”
Maar plotseling stopte hij met lachen en keek hij heel bang.
“Wie is die vrouw” vroeg hij terwijl hij naar een foto wees.
“Dat is mijn moeder, jou oma” zei zijn moeder.
“Ik hebt haar nooit gekend want ze is gestorven op de dag dat ik geboren werd.
Ze was pas 23 jaar oud...”
“Dit is de vrouw die elke avond naar me zit te kijken als ik slaap” zei Niels geschrokken.
“Ik zeg toch altijd dat er een zwart spook op mijn kamer zit,
die me strak aankijkt met haar zwarte ogen maar niets tegen me zegt ?
Jij zegt dat spoken niet bestaan en dat ik het mezelf verbeeld,
maar dit is het spook, het is jou moeder !”
De moeder van Niels keek hem met grote ogen aan.
“Volgens mij heb je deze foto al eerder gezien, en nu droom je er van.
Spoken bestaan niet !” zei zijn moeder en ze sloeg het foto album dicht.
Nu werd Niels heel erg boos.
“Waarom geloof je me nu nog niet ?” schreeuwde hij.
“Ik had nog nooit een foto van haar gezien.
Ze komt elke nacht aan mijn bed staan.
Ik kan zo door haar heen kijken want ze is doorzichtig,
en als ik het licht aan doe is ze verdwenen.”
Nu werd de moeder van Niels erg stil.
“Weet je wat” zei ze tenslotte.
“Vannacht verstop ik me onder je bed,
en als het spook dan weer verschijnt,
moet je niet het licht aan doen maar mij roepen”
Die nacht verscheen het spook weer.
Niels maakte voorzichtig zijn moeder wakker die onder zijn bed lag.
“Kun je haar zien ?” fluisterde Niels.
Toen zijn moeder het zwarte spook zag was ze meteen klaarwakker.
Het spook keek heel verdrietig naar Niels.


De moeder van Niels kwam geschrokken onder het bed vandaan
en gilde met overslaande stem “Wat moet jij van mijn zoon ?”
Het spook schrok zich een hoedje en verdween.
Maar de volgende avonden verscheen het spook weer
en keek zwijgend en verdrietig naar Niels,
net zoals ze altijd gedaan had.
Nu Niels wist dat het spook eigenlijk zijn oma was, was hij er minder bang voor.
Zijn moeder was erg geschrokken en uiteindelijk belde ze haar broer Daan.
Tot haar verbazing koste het haar geen moeite om haar broer te overtuigen
dat hun moeder als spook op de slaapkamer van Niels rondzweefden.
“Ik moet je iets bekennen” zei ome Daan.
“Toen ik nog jong was verscheen onze moeder ook altijd op mijn slaapkamer nadat ze was overleden.
Ik denk dat ze nu bij Niels komt omdat hij op mij lijkt toen ik zo oud was als hem.
Weet je wat, ik zal me vannacht onder het bed van Niels verstoppen,
en als onze moeder dan weer verschijnt probeer ik met haar te praten”
Toen die avond het zwarte spook weer verscheen kwam ome Daan voorzichtig onder het bed vandaan.
“Hallo moeder” sprak hij met zachte stem.
“Ik ben het, je zoon Daan.
Deze jongen is mijn neefje Niels
Hij lijkt op mij, maar ik ben Daan.
Ik ben ouder nu, je hoeft niet meer over mij te waken.
Het gaat goed met me, maak je maar geen zorgen meer om mij.
Toen het zwarte spook dit hoorde verscheen er een brede glimlach om haar mond.
Ze verdween en niemand heeft het zwarte spook daarna ooit nog terug gezien.

Einde
 

Dit verhaaltje is geschreven
door Niels

 

Wil je ook mee doen met de schrijfwedstrijd ?
Klik dan hier !

Klik hier om naar de spelletjes te gaan