|
Weg
Penny, Eline en Amber stonden maar stil op het plein.
Ineens begon Penny erover dat ze gister een brief had gekregen
en dat daar in stond dat ze moest oppassen voor kidnappers.
Ze lachten.
“Omdat je toevallig de rijkste bent hoef je niet meteen gekidnapt te
worden.” zei Amber
(de beste vriendin van Penny en daarna Eline).
Penny had een vriendje Tom.
Eline vond Tom stom.
“O nee, het is al half zeven en ik moet om zes uur thuis zijn” riep
Eline ineens.
Eline pakte haar fiets en racet weg.
Toen ze de straat uit was ging ze langzamer rijden.
Ze hoefden pas om 7 uur thuis te zijn,
maar ze zag Tom aankomen en daar had ze even geen zin in.
Ze stopte even bij het winkelcentrum.
Mijn lievelingsschoenen zijn in de aanbieding.
Die kans kan ik niet laten schieten hoor.
Ze kocht er een in haar maat en in een iets grotere maat, voor later.
Toen ze de winkel uit kwam dacht ze bij zichzelf.
Zou ik nog even bloemen kopen?
Nou ja wat te laat maakt toch niet uit.
Ze kocht rode rozen.
Toen ze thuis was kreeg ze op haar donder.
Voor straf geen kleedgeld deze week.
“Maar mam” zeurde Eline.
“Nee is nee.”
Toen ze de volgende dag naar school ging zag ze Penny niet.
Hé, Penny neemt tocht altijd de zelfde weg of niet meer.
Maar misschien spijbelt ze weer.
Toen ze op school was hoorde ze van de juf dat Penny vermist was.
De hele klas was de rest van de dag stil.
Iedereen was erg geschrokken behalve Amber.
Ze zei dat het gewoon een grap was om ons twee de stuipen op het lijf te
jagen.
Maar Eline vertrouwde het niet zo.
Zoeken
Ik denk dat ik haar toch ga zoeken zei ik uiteindelijk.
“Sufferd!!!!!!!!” Riep Amber Eline toe.
Maar het boeide haar niet wat Amber zei
Eline was er van overtuigd dat ze Penny zou gaan zoeken.
Toen Eline uit was ging ze snel naar huis.
Ze begon haar tas in te pakken.
“Wat doe je?” hoorde ze opeens achter zich.
Ze keek om, haar kleine zusje stond in de deuropening.
“Oh, niks” en schoof snel met haar voet de tas onder het bed.
“Wil je sneeuwwitje en de zeven dwergen voorlezen?”
“Oké, ik kom eraan.”
Eline liep achter haar kleine zusje aan.
“En ze leefden nog lang en gelukkig. Einde.”
Eline’s zusje lag op haar schoot te slapen.
Eline legde haar voorzichtig in haar wiegje.
Ze ging snel verder met de tas inpakken.
Die nacht sloop ze uit huis.
Het eerste waar ze aan dacht was hun geheime boomhut.
Ze snelde zich naar het bos.
Maar nee hier was ze ook niet.
Ze liep snel verder het bos in.
“Auw!!!!!!!! Rotsteen nu kan ik al helemaal niks meer met mijn voet”.
Misschien kan ik bij die tak komen.
Auw, auw!! Nee dus.
Nou slechter kan het niet.
Wat is dat witte daar in de verte.
O vast een spook komt me opeten en dan ben ik dood klaar bam af.
|
|