"Heeft iemand mijn hart gezien?"vraagt Emily.
Iedereen kijkt haar verbaasd aan.
Emily is anders.
Ze doet rare dingen.
Zoals vreemde wezens waar ze over praat.
"Die is niet goed snik,"zegt een mevrouw.
Emily heeft geen ouders.
Niemand weet wat er gebeurd is.
Emily moet in het ziekenhuis blijven voor onderzoek.
Maar er is nog geen enkel mens die weet wat er met Emily aan de hand is.
Emily lijkt gelukkig, maar schijn bedriegt.
Soms moet ze zomaar huilen, of dan lacht ze ineens.
Niemand bemoeit zich met haar en Emily lijkt dat niet eens te merken.
Ze leeft in haar eigen wereld...
"Kom Emily, je moet toch echt je bed in!"
De zuster heeft het er maar moeilijk mee.
"Maar ik wil niet!"schreeuwt ze.
De zuster verlaat de kamer en doet de deur op slot.
Emily heeft haar eigen kamer.
Ze zijn bang dat de ziekte besmettelijk is voor kinderen.
Warme tranen stromen over haar wangen.
Ze blijft verstijfd staan.
"Ben je er weer Emily?" hoort ze achter zich.
Dan draait ze zich om.
Het is Marc, de bendeleider.
"Nou?"
"Ja, meester." antwoordde Emily zacht.
"Kom mee!" brult hij.
Emily neemt haar beertje Tom mee.
Samen stappen ze uit het raam.
"Schiet op!" brult hij weer.
Emily doet haar ogen stevig dicht.
Als ze haar ogen weer open doet, staat ze in een kooi.
Ze ziet Marc, Rinus, Julius en Otto.
De Verschrikkelbende.
Rinus opent een doos.
"Mijn hart!"gilt Emily.
Marc plakt een stuk tape op haar mond.
"Mondje dicht,"zegt hij.
Emily weet waar ze is.
'Cevill City' , de raarste stad ooit.
Rinus opent de doos.
"Schiet nou toch eens op man, ik heb niet de hele dag de tijd!"
Emily kijkt angstig toe.


© afbeelding Arwin Kossen

De mannen kijken haar aan.
"Beetje zenuwachtig Emily?"vraagt Otto.
Rinus geeft hem een klap op zijn gezicht.
"Au joh! Was dat nou echt nodig?!"
"Ssst!" Het waren vreselijke mannen met capes en maskers.
Emily begint zwaar te ademen.
Ze krijgt geen lucht.
Marc pakt het hart met beiden handen vast.
"Eindelijk van mij!"
Marc grijnst.
"Hmm!!!" mompelt Emily.
Marc legt het hart neer.
"Gaan we weer vervelend doen?!"
Marc loopt naar haar toe.
"Dit is van jou he?"
Marc zwaait heen en weer met de teddy van Emily.
Het is haar beste vriend.
"Nee!"roept Emily onverstaanbaar.
"O, ja dus!" Marc gooit het ding de vuuroven in.
Tranen rollen langzaam over Emilys wangen.
"Je bn gmen!"
Emily kan niet normaal praten met dat stuk tape op haar mond.
Marc en de mannen beginnen te lachen.
"Gemeen, ik?
Nee, ik ben slim en als jij ook slim bent,
dan houd je je mond,
anders loopt het net zo met je af als je ouders!"
Emily begint te huilen.
Marc kijkt tevreden naar de vuuroven.
Hij loopt terug naar de roversbuit; Emily's hart.
Maar dan als hij het hart net vast heeft,
begint Emily hard te lachen, ondanks dat stuk tape.
"Wat lach je nou?!"roept Rinus.
Marc kijkt naar het hart.
Het begint te trillen en te gloeien.
Dan zweeft het hart naar boven.
"Wat staan jullie daar nog?! Pak dat ding!" schreeuwt Marc.
"Beetje over de rooie Marc?"
Hij draait zich om naar Emily.
Hij verstijfd. "Hoe...maar dat..."
"Ja Marc, het kan wel."
Emily is nu geen bang klein meisje, maar een sterke jonge vrouw!
Julius begint te fluiten als hij haar ziet.
"Mondje dicht, Julius."
Julius krijgt na die woorden z'n mond niet meer open.
Ze lacht. "Zwakke, zwakke Marc."
Ze buigt het tralies om. "Alleen maar slechtheid."
"Pak haar!"beveelt Marc.
De overgebleven mannen pakken haar beet.
"Zielige hondjes,"zegt ze. En ja hoor, Otto en Rinus gedragen zich als honden.
Weer lacht ze.
Het hart vliegt recht op haar borstkas, precies waar het hoort.
Ze begint te branden van binnen.
Op een hele rare manier opent ze een poort en gooit daar de roversbende in.
"Nee!"schreeuwt Marc.
"De groeten nog aan de sheriff!"
Emily is tevreden.
Ze heeft haar hart weer terug.
Als Emily wakker wordt is ze weer een klein meisje.
Was het een droom?
Nee, dat was het zeker niet.
Emily voelde zich verlost, vrij en beter.
De zuster kwam binnen.
"Goed geslapen Emily?"
"Ja hoor."
Er komen twee mensen binnen.
Een vrouw en een man.
"Kijk Emily, je nieuwe ouders."
Emily glimlacht vrolijk.
"Je mag meteen mee."
Met die woorden voelt ze zich al een stuk beter.

Einde.

Dit verhaal is geschreven
door Elizabeth

 

Wil je ook mee doen met de schrijfwedstrijd ?
Klik dan hier !

Klik hier om naar de spelletjes te gaan